Hans woont op de eerste verdieping. Zijn appartement is mooi ingericht. Hans is de oudste bewoner in het Droo-huus. De inrichting is meer traditioneel en rustig. In zijn gedrag is Hans net zo als de anderen. Ze houden hem jong. Hans’ moeder doet het woord namens Hans, want hij heeft moeite met praten. Hans is gek op dieren. Op de kast staan diverse beeldjes van olifanten. Vroeger hadden ze thuis een paard; “Jut”. Hans was gek op het paard.
Hans was snel gewend in het Droo-huus. Hij vindt het erg leuk om er te wonen. Zijn moeder woont aan de overkant van de straat. Zij komt iedere avond koffie drinken bij Hans. In het weekend eet hij bij zijn moeder maar door de week eet hij samen met de anderen in de Huiskamer. Daarna lekker met z’n allen koffie drinken, spelletjes doen en wat tv kijken. Als er wat te doen is, is Hans erbij en doet hij graag mee.
Er wordt lekker gekookt, vooral door Joep. (Dit is eigenlijk Guillaume, maar Hans zegt liever ‘Joep’ tegen Guillaume.) Iedereen helpt elkaar en helpt mee. Zo snijdt Edwin het vlees voor Hans. Hans helpt zelf ook graag mee en helpt bij het dekken van de tafel. De mensen passen goed bij elkaar en zorgen voor elkaar. Hans’ moeder vertelt dat dit komt door de vele vakanties en de trainingen die groep samen heeft gedaan.
Het zijn lieve mensen en het gaat heel goed. “Ik zie hoe Hans reageert op de leiding en hij mag ze allemaal. Soms krijgen ze spontaan een omhelzing, dan weet je dat het goed is. Ze zijn er niet alleen voor Hans, maar denken ook mee. Toen het zo gesneeuwd had, zijn ze samen met Hans mij even thuis op komen halen zodat ik niet uit zou glijden en toch bij Hans op bezoek kon. Heel attent.” Hans’ moeder is heel blij dat Hans in het Droo-huus woont.
Op vrijdag is hij vrij en dan maakt hij zijn appartement schoon met hulp van de leiding. Soms gaat hij winkelen en dan maakt de leiding zelf het appartement schoon. De boodschappen worden voor Hans geregeld. Hans’ moeder overlegt dit met de leiding. Op dinsdag neemt Hans deel aan een praat- & luistergroep in de kapel. Op woensdag gaat hij samen met Edwin en Marja paardrijden. Een keer per maand is er een muziekavond waar Hans heen gaat en al jaren gaat Hans om de week naar de disco in Didam. Op vrijdagavond gaat Hans met Freek en Miriam fitnessen. Ze worden gebracht door iemand van de leiding. Eerst in het oude autootje van Hans’ moeder, maar inmiddels is er een iets grotere auto en passen de tassen en de drie sporters er beter in.
Tot voor een paar jaar terug reden Hans en zijn moeder samen op de tandem. “Ik ben de tachtig gepasseerd en fietsen gaat niet meer. De tandem is er uit gegaan en sindsdien fietst Hans niet meer.” Ik vraag aan Hans of hij wel weer zou willen fietsen. Een grote glimlach verschijnt op zijn gezicht. Hij zou het heel graag willen en voegt er slim aan toe: “mooi weer”.
Op mijn vraag of Hans ook meewerkt in de moestuin of heeft geholpen met het aanleggen van de tuin spreekt zijn gezicht boekdelen. Hans houdt de buitenkant van zijn handen bij elkaar en zegt “nee”.
Het minst leuke klusje in het Droo-huus? Hans doet alles wat moet gebeuren, maar als iemand anders het voor hem doet, is het ook goed.
Het is me duidelijk dat Hans hier goed op zijn plek is. Als we praten over het Droo-huus verschijnt er steeds een glimlach op Hans’ gezicht. Ondanks dat Hans moeite heeft met praten, kan hij zichzelf heel duidelijk maken. Als iets niet gaat zoals Hans het graag zou willen, geeft hij dit aan. Voor hem hoeft er helemaal niets te veranderen!